Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alwaar Mij uw vaders [25]verzocht hebben; zij hebben [26]Mij beproefd, en hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang. 25. De mens wordt gezegd God te verzoeken, wanneer hij Gods beloften of macht moedwillig in twijfel trekt, of de gewone middelen van Gods regering veracht, en buitengewone verzoekt, gelijk de Israelieten hier deden, en de Farizeen Christus verzoeken; Matth.16:1. 26. Sommigen nemen dit voor een verklaring van het voorgaande woord verzoeken, doch wordt door anderen wel zo geschikt in het goede genomen voor: genoegzame proeve of ervarenheid hebben van Gods macht en goeden wil in het verlossen van hen, en spijzigen van hen, al dien voorgaanden tijd, gelijk de volgende woorden dezen zin ook medebrengen.